Er bestaan 2500 soorten, maar voor de gemiddelde tuinier zijn er welgeteld drie: kussens, plukjes en gazonvreters. De eerste soort, de fluwelige kussens langs de rand van het bospad, zijn prachtig en moeten daar vooral blijven liggen. Van de plukjes die af en toe in de tuin opduiken hebben we ook geen last, die halen we gewoon weg. Maar het donkergroene spul dat zich tussen het gras nestelt en langzaam maar zeker het hele gazon in bezit neemt…
Het is die derde soort die de afgelopen natte, donkere maanden aan een invasie is begonnen in mijn gazon. En niet alleen in het mijne, ben ik bang. Telkens wanneer ik de tuin in loop en dat donkergroene veld ontwaar, dringt die ene vraag zich op: HOE KOM IK ER VAN AF?
De strijd tussen mos en gras is een ongelijke strijd, die het mos op z’n sloffen wint. Het houdt van schaduw, gras niet, het houdt van zure grond, gras niet het kan beter tegen nattigheid en groeit ook als de grond verdicht is. Het groeit bij lagere temperaturen en bij minder licht dan gras en heeft daarom in het vroege voorjaar meteen al een voorsprong.
Om dit kwijt te raken, zul je eerst na moeten gaan waarom het er is. Ligt het gazon in de schaduw? Is de grond zuur, nat of verdicht? Staan er veel bomen of struiken die voedingsstoffen aan de bodem onttrekken, zodat het arme grond is geworden waarin gras niet, maar mos wel gedijt?
Laten we beginnen met de schaduw, waarin gras slecht groeit en het alle kans krijgt om op te rukken. Wil je per se gras op een donkere plek, dan is het raadzaam om een zaadmengsel te nemen van grassoorten die het ook in de schaduw redelijk doen. Een tweede mogelijkheid is om te zorgen dat zo’n donkere plek een stuk lichter wordt. Staan er veel bomen en struiken, dan kun je die snoeien. Is de schuldige een schutting, dan kun je die slopen. Maar gaat het om een gebouw, dan zit er maar een ding op: haal het gras weg en leg er iets anders neer. Geen tegels uiteraard, maar een bodembedekker die wel tegen schaduw en vocht kan, zoals klimop, maagdenpalm (Vinca minor), Pachysandra, Waldsteinia, kruipend zenegroen (Ajuga reptans) of mansoor (Asarum europaeum).
Kan het zijn gang gaan omdat de bodem zuur is, dan zal er kalk bij moeten. Het kan ook zijn dat de bovengrond verdicht is geraakt. In dat geval is het hoog tijd om die te beluchten of, met een duur woord, te verticuteren. Door te verticuteren maak je het oppervlak los en komt er lucht bij de graswortels. De beste tijd om dit te doen is in februari of maart, bij droog weer. Het kan met een riek, een verticuteerhark of, als je een voetbalveld hebt, een machine op wielen. De gaten die op die manier ontstaan worden met compost opgevuld. Heb je een tuin met zware kleigrond, dan kun je er beter een mengsel van scherp zand en humus in strooien.
Een eigenschap van gras is dat het er zo vanzelfsprekend en onopvallend bij ligt, dat je geneigd bent te vergeten dat het een plant is die voeding nodig heeft. Dat is met name nodig als er bomen en struiken in de buurt staan die al het lekkers voor zichzelf houden. Je zult dus regelmatig bij moeten mesten, maar doe dat niet bij nat weer of vlak nadat het gras is gemaaid. Hoeveel mest het gras nodig heeft, hangt af van de grondsoort en van de hoeveelheid mest die al in de grond zit. Wil je het jezelf niet al te moeilijk maken, geef het gras dan een langzaam werkende gazonmeststof waar alles in zit wat het nodig heeft.
Als het gazon na al deze maatregelen kale plekken vertoont, kun je die in april inzaaien met graszaad. Een gazon waarop veel wordt gelopen en gespeeld vraagt om een aangepast mengsel voor een sport- of speelgazon. Is het er donker, neem dan een schaduwmengsel.
Om lekker door te kunnen groeien, moet gras van half april tot eind oktober regelmatig worden gemaaid. Maar alsjeblieft niet te kort, want dan wordt de grasmat steeds dunner en de enige die daarvan profiteert is mos. Zorg dat de grasmaaier goed is afgesteld en dat de messen scherp zijn.
Nu zijn er ongetwijfeld lezers die denken: waarom al die poespas, als je er ook een supersnelle mosdoder op af kunt sturen? Omdat die gedachte ook bij mij opkwam, heb ik een kenner gevraagd wat de voor- en nadelen hiervan. Wim van Dorland van kwekerij Abbing in Zeist laat er geen twijfel over bestaan: “Mosdoders werken wel, maar de werking is tijdelijk. Het komt altijd terug.” Een duidelijk geval van symptoombestrijding dus – de sporen van het mos blijven in de grond zitten en gaan het gewoon weer doen. En dan kun je tot in lengte van dagen blijven gieten met ijzersulfaat, maar milieuvriendelijk is dat zeker niet.
“Het is schadelijk spul”, beaamt Van Dorland. Om die reden adviseert hij zijn klanten altijd om geen mosdoder te gebruiken, maar iets te doen aan de oorzaak van mosgroei, wat in de meeste gevallen neerkomt op zure grond. “In februari kalken en in maart of april verticuteren, bemesten en bijzaaien”.